Kumite

Kumite betekent "samenkomen van de handen" en staat dus voor al het partnerwerk binnen het Karate-do. We spreken over partnerwerk, omdat je in de oefenvormen niet werkt met een tegenstander, maar met een medekarateka die jou helpt beter te worden. Binnen alle Budo-disciplines is het gebruikelijk om samen te werken naar groei en ontwikkeling. 

 

Het onderdeel kumite moet je met een partner uitvoeren en het is belangrijk dat je een goede partner hebt. Je partner moet werkelijk aanvallen en tevens moet deze in staat zijn om op jou in te spelen als een en ander niet helemaal goed gaat.

De gevechtsoefeningen die in onze stijl beoefend worden, zijn:

  • Kumite vanuit stilstand: deze vorm is eigenlijk alleen voor de beginners bedoeld en het leert hen te wennen aan lichaamscontact en de desbetreffende technieken krijgen door het partnerwerk veel meer inhoud
  • Kihon ippon kumite: dit is een voorafgesproken gevechtsoefening. In deze vorm valt de aanvaller maar met één techniek aan en de verdediger beantwoordt de aanval met de juiste verdediging en een tegenaanval.
  • Nihon kumite: dit is een voorafgesproken gevechtsoefening. De aanvaller valt nu met twee technieken aan en de verdediger beantwoordt deze twee aanvallen met de juiste verdedigingstechnieken en een tegenaanval.
  • Pinan bunkai (hokei) kumite: dit is een voorafgesproken gevechtsoefening die uit de pinan kata’s ontstaan is. Er zijn, conform de vijf pinan kata’s, vijf verschillende vormen.
  • Bunkai kumite: dit is een gevechtsoefening die de applicatie van de kata-techniek toont. Elk kata bestaat uit verschillende combinatietechnieken en tijdens bunkai kumite toont de verdediger de applicaties uit het desbetreffende kata.
  • Oyo bunkai kumite: dit is een gevechtsoefening waarbij het kata model staat voor een vrije interpretatie van de verschillende combinaties uit het desbetreffende kata.
  • Jiyu ippon kumite: dit is een half voorafgesproken gevechtsoefening waarbij beide karateka’s vrij bewegen. De aanvaller heeft dus geen vast vertrekpunt zoals bij de voorgaande gevechtsoefeningen maar creëert door middel van voetverplaatsingen het meest geschikte moment om tot de aanval over te gaan. De verdediger weet dus niet exact wanneer de aanval komt en hij weet ook niet vanuit welke richting de aanval ingezet wordt. Het is een halfvrije vorm aangezien hij wel weet met welke aanval de aanvaller zal aanvallen.
  • Jiyu kumite: dit is het volledige vrije gevecht. Vaak gaan hier nog allerlei varianten aan vooraf zoals het vrij vechten met opdrachten of rolverdeling.

Uiteraard is het kunnen verplaatsen van het lichaam ook belangrijk als men met een partner werkt. Binnen het Shito-ryu wordt dit uitgewerkt in de "tenshin happo."

 

De tenshin happo vormt de acht richtingen waarin verplaatst kan worden:

  • voren (mae) 
  • achteren (ato)
  • links (hidari yoko)
  • rechts (migi yoko)
  • schuin naar voren (naname mae)
  • schuin naar achteren (naname ato).

 

De karateka moet in staat zijn om snel vanuit de middenpositie naar alle richtingen te kunnen verplaatsen. Het is mede om die reden dat de Shito-ryu stylist meestal in een hoge positie staat (moto dachi) waardoor de beweeglijkheid kan toe nemen.


Uke no gogenri

Naast het kunnen verplaatsen was Mabuni van mening dat een karateka ook op verschillende wijzen moest kunnen verdedigen. Daarvoor heeft hij de zogenaamde "uke no gogenri" ontwikkeld, oftewel de vijf manieren van verdedigen. 

 

1. Rakka (de gevallen bloem): zonder verplaatsing zo hard verdedigen dat de tegenstander gebroken wordt.

2. Ryu-sui (het stromende water): trek kracht uit de aanval van de tegenstander zonder aan zijn aanval weerstand te geven.

3. Kusshin (flexie-extensie): gebruik het lichaam door het lichaam te buigen en te strekken.

4. Ten-i (verandering van plaats): verplaats het lichaam met behoud van het lichaamszwaartepunt.

5. Hangeki (tegenaanval): beantwoord een aanval met een verdediging en een tegenaanval tegelijkertijd.

 

Als je naar kumite vormen kijkt kom je meestal een mix van deze bovenstaande principes tegen. Deze vormen zijn in de training erg belangrijk. Hoe verder je komt , hoe meer je de exacte vormen kunt loslaten en gaat werken naar het eigen maken van principes, zowel op fysiek gebied, technische vaardigheid en op mentaal gebied. Dit alles past perfect bij het idee van DO, de weg in groei en ontwikkeling.  


Yo Riu Bi

Voor wat betreft de stijltechnische karakteristieken van het Shito-ryu heeft grootmeester Kenwa Mabuni een en ander samengevat onder de noemer Yo Riu Bi. Een techniek moet bruikbaar zijn (Yo) en de techniek moet een vloeiend ritme hebben (Riu). Vanuit deze combinatie ontstaat dan schoonheid (Bi). Schoonheid wordt soms ook vertaald met natuurlijkheid. Welke techniek met partnerwerk ook uitgevoerd wordt, steeds geldt het principe van Yo Riu Bi.